|
||||||||
|
Voor het derde verzamelalbum in de serie ‘Bop-A-Rama’ daalde ‘Atomicat Records’-samensteller Dee Jay Mark Armstrong nog eens diep af in zijn muziekkelder waar hij zijn enorme collectie van stokoude platen uit de jaren ’40, ’50 en ’60 van de vorige eeuw heeft gestockeerd. Deze zoektocht leverde 30 songs uit deze ‘Golden Years’ op met dansbare nummers in rockabilly-, hillbilly-, bluesrock- en Cajun-stijl. Trouw aan de filosofie van het retroplatenlabel zijn de meeste nummers ook nu weer afkomstig van voor de meeste muziekliefhebbers onbekende vertolkers. We zijn ook even op zoek gegaan naar de definitie van ‘Bop’ of ‘bebop’. Het is een muziekstijl in de jazz die zich in de Verenigde Staten ontwikkelde in de jaren ‘40 en bestaat uit complexe ritmes en harmonieën die vaak een dominante positie innemen. In veel bebop wordt een specifiek thema gespeeld, waarna alle instrumentalisten de kans krijgen te soleren en met het thematisch materiaal aan de slag te gaan, iets dat alleen tot leven is gekomen bij een dynamische samenwerking met de andere muzikanten. De traditionele instrumentale bezetting van een bebopband bestaat uit een saxofonist, trompettist, pianist, bassist en drummer. De bekendste muzikanten in het bebopgenre zijn o.a. Charlie Parker, Dizzy Gillespie, Thelonius Monk, Oscar Peterson, Charles Mingus, Max Roach, Sonny Rollins en Miles Davis. Geen van deze bekende namen komt voor op de tracklijst van het album “Bop-A-Rama: Volume 3”. Om u vertrouwd te maken met het muziekgenre hebben we twee van de dertig nummers uit dit album als audiovideo’s aan deze recensie toegevoegd: Jimmie Patton met het nummer “Okie In The Pokie” uit 1960 en John Lee Hooker met “Walkin’ The Boogie” uit 1962. Om meer van dergelijke ‘bebop’-tracks te horen kunnen we u de aanschaf van deze derde verzamelaar in de serie aanbevelen. (valsam)
|